Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Vensterafbeelding kansel

De kansel

In bevindelijk gereformeerde kerken is de kansel het centrale punt in de kerkdienst. De predikant komt in de kerkdienst alleen van de kansel voor het bedienen van de sacramenten.

1100

1200

1300

1400

1500

1600

1700

1800

1900

Nu

In dit venster

Een kansel, preekstoel of spreekgestoelte is een verhoogde plaats in een kerk van waaraf de geestelijke spreekt. Ondanks het woord preekstoel doet hij dat steeds staande, al kan ook een zitplaats ingebouwd zijn. De preekstoel staat symbool voor de berg van waarop Jezus Christus predikte.

Het uiterlijk

De kerk van IJsselmuiden heeft een kansel, met een klankbord daarboven, die gemaakt zijn van zogenaamd ‘wagenschot’. Dit is quartair gezaagd eikenhout, zo’n 12 mm dik en het beste, mooiste en duurste eikenhout dat verkrijgbaar is.

De eiken stam wordt eerst gekloofd in vier stukken (kwartieren genaamd). Deze kwartieren worden vervolgens tot planken gezaagd, waarbij de zaagsnede loodrecht op de jaarringen komt te staan. Aldus worden planken verkregen waarin zich fraaie patronen van mergstralen aftekenen. Deze patronen worden spiegels genoemd. Wagenschot werd en wordt vooral gebruikt voor toepassingen waar het patroon in het oog loopt.

De kansel is voorzien van beeldsnijwerk met een rijke symboliek. Hij staat op een vierzijdig voetblok en een balusterschacht met acanthus bladeren op de hoeken. De onderkuip is zeszijdig en elke zichtzijde is voorzien van snijwerk van twee palmetten met een in een krul eindigende dikke nerf. Op de afgeschuinde hoeken zien we pilasters met een afhangend festoen, met daarop bloemen, vruchten en wijnranken. De wijnranken verwijzen naar Johannes 15 : 1 ‘Ik ben de ware wijnstok’ en de vruchten staan symbool voor de vrucht van de prediking. Op de panelen en het rugschot treffen we een afhangend festoen van acanthus bladeren met daarboven vlammen, duidend op het werk van de Heilige Geest. De onderkuip en het klankbord zijn voorzien van gebeeldhouwde lauwerkransen van acanthusbladeren, beeld van de overwinning door Jezus Christus op de boze.

Het dorsaal of rugschot is voorzien van een knop, de zogenaamde ‘keppelstok’ waar de predikant zijn baret aan kan hangen en links en rechts van palmtakken oftewel ‘Jeruzalem takken’ die duiden op de overwinning van de dood door Jezus Christus.

De vervaardiging

De kansel is gemaakt door meester Jacob Daniëls uit Kampen in de jaren 1679 en 1680 en heeft ongeveer 150 guldens gekost.

De onkosten met betrekking tot de nieuwe kansel in het rekeningenboek:

1679:

  • Voor de slepers zo de predick stoel naar IJsselmuiden hebben gebracht           F 1-0-0
  • Noch betaald oor drank zo in de kerk is gedronken                                          F 1-10-0
  • Den 29 Mei aan Jacob Daniels betaald op rekening van de gemaakte                                                                                    predikstoel tweeëndertig ducatons komt                                                          F 100-18-0
  • Den 10 Juni aan mr. Jacob Daniels een rekening van ‘t geleverde                    F 3-11-0
  • Dito aan mr. Jacobs jongens tot drinkgeld voor de meiboom                             F 1-5-0

 

1680:

  • Den 26 Juli aan de salomaker voor de zitplaats op de stoel                                    F 2-15-0
  • Den 10 November aan mr. Jacob Daniels nog betaald vijfendertig guldens zijnde nu hier mede de predikstoel voldaan                                                             F 35-0-0

 

1681: Den 29 dito aan Sinus Abrahams betaald zijn rekening van een stuk loot zo onder de predikstoel is

 

De bovenrand van de kuip is (sinds mensenheugenis) tot medio 2006 afgewerkt met groen laken en tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw was aan de bovenrand van de kuip en aan de lezenaar ook nog een groen wollen franje koord aangebracht. In juni 2006 wordt het versleten groene laken vervangen door een bordeaux rode stof.

 

Enkele overige onkosten uit het rekeningenboek:

  •  1681: aan Jannis Erckelens voor groen laken daar de predikstoel mede bekleed is      F 1-1-8
  •  1694: voor de predickstoel te wrijven                                                                         F 0-6-0
  •  1698: voor reparatie van het bekleden boven aen de predickstoel                               F 0-13-0

De eeuwen door

De kansel, die nu prachtig in de boenwas is gezet, is in de Franse tijd wit met blauw geschilderd geweest. Dit hebben de Kerkvoogden laten doen om de heffing van belasting op eikenhouten meubelen te kunnen ontduiken. In 1906 is de kansel van deze verflagen ontdaan, volgens een opschrift op de achterzijde van de voet, door de Kamper schilder H.J. Steller.

In de jaren vóór 1848 staat de kansel aan de zogenaamde epistelzijde (de zuidkant), hoogstwaarschijnlijk wat meer richting de toren. Zie ook het geschrevene bij het venster 1678-1680. Vanaf 1848 staat de kansel aan de zelfde zijde van de kerk, precies tegenover het in dat jaar aangebouwde transept.

De kansel staat sinds 1912 op de huidige centrale plaats in de kerk, onder de triomf- of altaarboog. Bij de verbouw- en uitbreiding van de kerk in 1912 is achter de preekstoel een met glas in lood versierde wand aangebracht, die bij de interieurvernieuwing van 1969 verdween achter gipsplaten. Tegenwoordig staat hij dus op dezelfde plek, maar tegen een crème kleurige gesloten wand.

Onze kansel van 1680 heeft een voorganger gehad die waarschijnlijk ergens midden in het koor heeft gestaan. De voorganger wordt onder andere genoemd in 1633 als er is betaald ‘om de predickstoel schoen tho maecken’. De plaats van deze kansel herleiden we uit de beschrijving van ‘De zevenenveertigste groeve  –  De groeve gemerkt Kloppenburg’. In een transportacte uit 1695 wordt dit graf als volgt omschreven: ‘een groefve in de IJsselmuider kercke tegens de predickstoel, waerinne joncker Arent van Wijnbergen ende vrouw Alijnna Junckers zijn begraven…’ Dit graf is dan al vele jaren in het bezit van de (nakomelingen van) de familie Kloppenburg en wordt zelfs in 1805 nog zo getypeerd. Graf 47 ligt midden in het koor en daarom vermoeden wij, dat de oude kansel oorspronkelijk juist daar heeft gestaan.

Over meester Jacob Daniels uit Kampen

Op 31 october 1624 huwden te Kampen de uit Zwolle afkomstige Daniel Berentsen en Hendrickien Jacobs, die te Kampen was geboren. In 1622 reeds had Daniel het Kamper burgerschap gekocht voor de som van veertig gulden. Als zijn beroep werd nu eens kistenmaker en dan weer schrijnwercker opgegeven. Het echtpaar kreeg zes kinderen, waaronder Jacob, Derck en Berent. Daniel was meer meubelmaker dan beeldsnijder en het rekeningboek van de Kamper Bovenkerk vermeldt heel wat werkzaamheden van hem aan het meubilair. Omstreeks 1666 moet hij zijn overleden, want in dat jaar werd met de weduwe van Daniel Berentsen afgerekend.

De oudste van de drie genoemde zonen, Jacob, trad in de voetsporen van zijn vader en verrichte eveneens diverse werkzaamheden in de Bovenkerk. Jacob genoot ook buiten Kampen een zekere faam. Samen met zijn broer Derck vervaardigde hij in het Deventer stadhuis een rijkelijk versierde schoorsteenmantel en een kast. Derck Daniels vestigde zich in 1658 te Deventer en werd een beroemd beeldhouwer, een man van aanzien en zeker niet onbemiddeld. Een kunstenaar die veel tijd- en vakgenoten overtrof.

Broer Jacob Daniels werkte onder andere in Zwolle, maar toch voornamelijk in zijn woonplaats Kampen. In 1653 wordt hij al vermeld als Meester Jacob Daniels en heeft zich, net als zijn broer, zeer verdienstelijk gemaakt. Helaas is van hem weinig bewaard gebleven en staat hij enigszins in de schaduw van zijn jongere broer Derck.

 

Bron: Het artikel ‘De Deventer beeldhouwer Derck Daniels (1632-1710)’ van dhr. B. Dubbe in het blad ‘Antiek’, jaargang 16 – 1982.