Dorpskerk

Zoek
Sluit dit zoekvak.
Vensterafbeelding De Reformatie

De Reformatie in IJsselmuiden

Tijdens de Reformatie moeten ook in IJsselmuiden De twee altaren in de kerk plaats maken voor een preekstoel en de rooms-katholieke praktijk voor de onvervalste gereformeerde religie. Wat weten we over die bewogen tijd?

1100

1200

1300

1400

1500

1600

1700

1800

1900

Nu

In dit venster

Tijdens de Reformatie moeten ook in IJsselmuiden de rooms-katholieke geestelijken het veld ruimen voor gereformeerde predikanten. De twee altaren in de kerk maken plaats voor een preekstoel en de rooms-katholieke praktijk voor de onvervalste gereformeerde religie. De gebeurtenissen zijn tot in onze tijd merkbaar, maar hoe verliep de Reformatie eigenlijk in IJsselmuiden?

Voor de Reformatie

Voor Simon Johannes, de laatste pastoor, zijn de IJsselmuider jaren een ingewikkelde tijd. Vanwege de intensieve handel met Duitsland ‘Luthert’ het al vele jaren in onze omgeving. Vooral in de stad Kampen, waar verboden boeken worden gedrukt en verkocht en waar hagenprediker Jan Arentsz binnen én buiten de stad het evangelie heeft gepredikt, is er ruimte voor de nieuwe leer.

De IJsselmuidenaren zien natuurlijk ook wel wat er allemaal om hen heen gebeurt. De spanningen op het wereldtoneel, politiek én kerkelijk, lopen op. Politieke verwikkelingen zullen de meeste invloed gehad hebben op de uiteindelijke keuze voor de Reformatie. We weten niet precies welke positie de bestuurders van het dorp, de drost, de schout en de erfgenamen hebben ingenomen in de kerkelijke en politieke verwikkelingen. Het is ook de vraag in hoeverre de bevolking er behoefte aan had om de oude en vertrouwde religie vaarwel te zeggen. Wat we wel weten is dat de overgang naar de Reformatie niet van het ene op het andere moment heeft plaatsgevonden en wellicht laat men in IJsselmuiden voorlopig Gods water over Gods akker lopen.

In de nabijgelegen stad Kampen is er al vanaf 1572 een Gereformeerde Kerk, maar waarschijnlijk is er tot 1579 geen moeite gedaan het naburige dorp IJsselmuiden te winnen voor de nieuwe leer. En zolang hier nog geen (eigen) predikant werkzaam is, zal er niet veel van ‘het nieuwe geloof’ tot de mensen zijn doorgedrongen.

Pastoor Simon Johannes komen we in 1577 voor het laatst in de boeken tegen. Er zijn in IJsselmuiden nagenoeg geen geschreven bronnen bewaard uit de jaren 1578 tot 1583. Misschien is de pastoor rond 1578 al vertrokken naar het oosten van Overijssel? In de zomer van 1579 is er in het oude Markenboek trouwens nog wel sprake van: ‘door karckenspraecke verwittiget worden’, dus dat zou betekenen dat de gemeente nog wel samenkomt. 

Tussen Simons vertrek uit IJsselmuiden en de komst van de eerste gereformeerde predikant valt een periode zonder eigen ‘zielzorger’ en staat de pastorie leeg. Of er in deze tijd af en toe nog een ‘waarnemend pastoor’ is geweest, is niet met zekerheid te zeggen. Het is ook goed denkbaar dat vanwege de oorlogstoestanden een normaal kerkelijk leven op het platteland rond de steden van Overijssel niet mogelijk was. Wel heeft het klooster op de Sonnenberg in Oosterholt tot in 1580 bestaan, maar of deze broeders van dit (Kamper) klooster ook bemoeienis met de kerk(diensten) van IJsselmuiden hebben gehad is niet bekend. 

De Reformatie in onze streek

De gelovigen van IJsselmuiden zijn vrij lang verstoken geweest van een eigen voorganger. Het is volkomen onduidelijk hoe het kerkelijk leven in de periode 1578-1582 in het dorp heeft gefunctioneerd. Of misschien moeten we zeggen: niet heeft gefunctioneerd. Want is er eigenlijk wel kerkelijk leven mogelijk geweest gezien de ‘barre oorlogsomstandigheden’?

De Reformatie vindt in Noordwest Overijssel plaats aan het begin van de Tachtigjarige oorlog. Geen tijd om je druk te maken om kerkelijke zaken, zou je zeggen. Maar de aanleiding voor de in 1568 begonnen oorlog, met als doel de bevrijding van het Spaanse regime, is eigenlijk net zo goed een reactie op de onderdrukking van de hervormingsbeweging en dus ook een strijd om de godsdienst. In de wereld rondom IJsselmuiden is dus zeer veel aan de hand.

De stad Kampen wordt in 1572 in naam van Willem van Oranje ingenomen door graaf Van den Bergh.  Na deze gebeurtenis komt er gedeeltelijke godsdienstvrijheid en wordt er, met name door de soldaten van de graaf, flink huis gehouden in kerken en kloosters. Deze periode is echter maar van korte duur. Na drie maanden vertrekt Van den Bergh weer en wordt de katholieke religie ‘gerestaureerd’. De stad Kampen valt (weer) onder Spaans gezag en de graaf laat hier veel haatgevoelens achter. De achterblijvende gereformeerden, die al hun verworvenheden weer moeten inleveren, krijgen het nog moeilijker dan voorheen. Maar we weten dus, zie het voorgaande, dat IJsselmuiden dan nog rooms-katholiek is én ook nog even blijft.

In het jaar 1578 heeft de staatsgezinde Overijsselse stadhouder Rennenberg de steden Kampen en Deventer veroverd (of héroverd). Nadat ook Zwolle zich bij de Opstand heeft aangesloten, valt Overijssel grotendeels onder Staats gezag. In deze periode komt er voor de protestanten meer en meer ruimte om hun geloof te belijden. Uiteindelijk mondt dit alles vanaf 14 oktober 1578 uit in de officiële religievrede. De spanning is zeker niet weg, maar rooms-katholieken en gereformeerden leven in betrekkelijke vrede binnen één gemeenschap. Burgers worden gedwongen elkaar te respecteren en beide religies functioneren naast elkaar.

De Gereformeerde Kerk gaat zich steeds meer en beter organiseren. In de stad Kampen functioneert vanaf 1579 een kerkenraad en er wordt hard gewerkt aan de uitbreiding van de Gereformeerde Kerk. In datzelfde jaar wordt rond Pasen voor het eerst het Heilig Avondmaal gevierd en in september wordt de eerste vergadering van de kerken ‘van den lande van Overijsel’ gehouden, het begin van de provinciale synode. Vanaf januari 1580 is er een officiële classicale indeling. De provincie kent drie classes, namelijk Kampen, Zwolle en Deventer; IJsselmuiden valt onder de Classis Kampen.

In werkelijkheid hebben deze classes niet als zodanig kunnen functioneren en nemen de gemeenten in de drie genoemde steden waar nodig classicale taken op zich, zoals bijvoorbeeld het examineren van een pastoor die predikant wil worden. In de tijd direct na de Reformatie worden de zaken in IJsselmuiden zodoende aangestuurd door de predikanten van de stadsgemeente Kampen.

Gedurende de periode van religievrede nemen de spanningen toch hand over hand toe, zeker binnen de stadsmuren van Kampen. Uit alle macht wordt geprobeerd de gemoederen rustig te houden. Over en weer worden steeds vaker vernielingen gepleegd en de magistraat heeft de handen vol aan ‘de twyspalt der burgeren’.

In hoeverre er in deze tijd bij de mensen aan de overkant van de IJssel al iets is doorgedrongen van de ‘nije lere’ is niet bekend. Wel is aan te nemen dat men in het dorp op de hoogte was van de kerkelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen in het stedelijke Kampen.

Maart 1580

De politieke en godsdienstige ontwikkelingen komen in maart 1580 in een stroomversnelling. Graaf Van Rennenberg zorgt voor veel onrust door naar de Spaanse kant over te lopen. Deze ommezwaai brengt een grote schok teweeg, maar heeft voor de gereformeerden het gunstige gevolg dat de rooms-katholieken in Overijssel voortaan breed gewantrouwd worden.

Het verraad in 1580 van de rooms-katholieke stadhouder Rennenberg bewerkt het omgekeerde van wat wellicht beoogd is. Hij krijgt hiermee namelijk de provincie niet terug in het Spaanse kamp. Integendeel, wie rooms is wordt verdacht en meer en meer gehaat. Van toen af aan was rooms een synoniem voor Spaans.  Politieke aspiraties hebben naar alle waarschijnlijkheid velen een ‘liefhebber van de gereformeerde religie’ doen worden, of zelfs lid van de gemeente ter plaatse. Maar of het gelovig hart dit alles inhoudelijk wel zo snel kon bijbenen is maar zeer de vraag.

In dezelfde maand maart van het jaar 1580 breekt alsnog in onze omgeving de Beeldenstorm uit en nemen de gereformeerden de kerkgebouwen in bezit. Wat dit in de stad Kampen voor gevolgen heeft, weten we uit de beschreven kerkgeschiedenis. Daar zien vele vooraanstaande katholieken, waaronder de pastoor, zich gedwongen de stad te verlaten. De hervormden krijgen het heft in handen en ook de beschikking over de kerkelijke bezittingen.

Wat er toen in IJsselmuiden is gebeurd, is onbekend. Er zijn geen overleveringen betreffende het verwijderen van de roomse inventaris. We vinden hierover geen enkele aanwijzing in het oudste Markenboek, dan wel in het eerste inventarisnummer van het archief van het Schoutambt IJsselmuiden. Ook de meer algemene geschiedschrijving zwijgt grotendeels over de gebeurtenissen in ons dorp. We vinden alleen vermeld dat in het naastgelegen Oosterholt door burgers uit de stad het Kartuizerklooster (met kapel) wordt geplunderd en met de grond gelijk wordt gemaakt. Dat zal, zeker ook voor de IJsselmuidenaren, een indrukwekkende gebeurtenis zijn geweest.  

We gaan er maar vanuit dat ook in IJsselmuiden, zo dichtbij de stad Kampen, in maart 1580 definitief wordt of is gekozen voor het protestantisme. In de directe omgeving heeft de organisatie van de reformatorische beweging inmiddels behoorlijke vorm gekregen. In hoeverre de gereformeerde religie in het dorp op dat moment daadwerkelijk handen en voeten kreeg, weten we echter niet.

In de acta van de Overijsselse Synode van 1580 wordt opgetekend: ‘Opdat die lere des Evangelii ock up den dorpen haren loep hebben mach, is fur guet ingesehen dat van des synodi wegen an den drosten van Sallant mit den anderen junckeren der reformierder religiën thostendich sal geschreven werden, dat sie na haren vermogen datselvige in ’t werck tho stellen willen arbeiden und dar men gude fruchten verwachtett reformiren.’ 

Dit artikel in de acta spreekt over de zorg die er is met het oog op de dorpen. Het toont overigens ook hoe statig de gebezigde taal, het geleerde Nederduits van de zestiende eeuw, is. De predikanten van het eerste uur, voornamelijk nog werkzaam in de steden, vinden het van belang dat de plaatselijke overheden meewerken om zo spoedig mogelijk ook de gemeenschappen op het platteland te bereiken met de gereformeerde religie. Er wordt nota bene gerekend op medewerking van dezelfde drosten die nog in 1566 van hogerhand werden vermaand goede voorzorgsmaatregelen te treffen, opdat de oproerige beweging in onze provincie zou kunnen worden voorkomen en ‘dat men niet langer uit de steden naar buiten op het platte land ging om de nieuwe predikanten te horen’.

Na de Reformatie

Pas aan het eind van het jaar 1582 krijgt IJsselmuiden zijn eerste eigen predikant: dominee Wilhelmus Lanius. De predikanten van het eerste uur zijn echte pioniers. Zij dragen er zorg voor dat het kerkelijk leven in de regio op calvinistische leest geschoeid wordt. Kerkelijke archieven van IJsselmuiden uit deze periode zijn niet bewaard gebleven. Lanius komt niet voor in de acta van de Provinciale Synode van Overijssel en/of Gelderland. Classicale acta zijn er pas vanaf 1596. Gelukkig weten we toch iets over deze eerste predikant uit andere bronnen.

Zie voor de gevolgen van de Reformatie voor IJsselmuiden ook het artikel ‘De Reformatie in IJsselmuiden – van pastoor Simon Johannes naar predikant Wilhelmus Lanius Doccum’ . Dit artikel van Bertil Brink verscheen in de Kamper Almanak van 2021. Het volledige artikel is als Pdf-bestand te lezen via onderstaande knop.