Dorpskerk

Zoek
Sluit dit zoekvak.
Vensterafbeelding Grafkelder

Ontdekking van een grafkelder

Bij toeval wordt er een grafkelder in de kerk ontdekt. Dit geeft natuurlijk opschudding. Helaas loopt er geen koster rond die meteen allerlei info paraat heeft.

1100

1200

1300

1400

1500

1600

1700

1800

1900

Nu

In dit venster

In 1885 krijgt de dorpskerk een orgel. Het gaat om een tweedehands exemplaar, afkomstig uit de Evangelisch Lutherse Kerk van Utrecht en gebouwd in 1716, welke nu wordt uitgebreid door de Kamper orgelbouwer Zwier van Dijk en ook door hem in de kerk van IJsselmuiden wordt geplaatst. Voor het orgel wordt een galerij gebouwd aan de torenzijde van de kerk. Bij het funderen van twee pilaren voor de nieuwe orgelgalerij wordt een grafkelder ontdekt.

Ontdekking van de kelder in 1885

Werkvolk ontdekt de kelder. Nadat is gebleken dat de schop niet slechts op een verdwaalde steen stuit, maar dat er meer in de weg zit, roepen zij de opdrachtgevers erbij. Als men ontdekt dat er echt iets bijzonders aan de hand is, worden meer banken verwijderd en wordt het gat groter gemaakt. Er wordt een grafkelder ontdekt en na ampel beraad wint de nieuwsgierigheid en besluiten schoolmeester Ravenshorst en ouderling H. Jonker de kelder te (laten) openen en te bekijken. Een verslagje lezen we in de Kamper Krant van donderdag 16 april 1885:

Toen maandag jl. de vloer van een der zitbanken in de hervormde Kerk te IJsselmuiden moest verwijderd worden voor de plaatsing van een der ijzeren pilaren, waarop de galerij voor het orgel komt te rusten, ontdekte men toevallig een grafkelder, waarin nog vijf lijkkisten aanwezig waren. Twee dezer kisten bevatten overblijfselen van lijken, in de 3 overige kisten, waarvan nog 2 in betrekkelijk gaven toestand (een is geheel vergaan) worden de geraamten gevonden, waarschijnlijk van een man en eene vrouw. Enkele kledingstukjes hebben met goed gevolg den tand des tijds weerstand geboden. Te oordelen naar de kist moet de man bijzonder lang zijn geweest. De kelder is 13 voet lang en was zeer droog. Men heeft tot nu toe niets kunnen vinden waaruit de herkomst van dezen kelder blijkt. Geen naam noch jaartal heeft men kunnen ontdekken: misschien is de zerk die de opening afsloot, bij het herstellen der kerk door een gewone deksteen vervangen.

Opmerkelijk is dat niemand schijnbaar weet wie deze grafkelder toebehoort. En, zo weten we nu, is het slechts 72 jaar geleden dat de laatste overledene is bijgezet. Misschien is de kelder nooit door een zerk met opschriften afgesloten geweest. Het kan ook zijn dat er in 1848 (onder de banken) nieuwe houten vloeren zijn getimmerd die het zicht op zerken heeft benomen. Duidelijk is wel dat ‘geschiedenis’ niet zo leeft in deze tijden. Men is meer bezig met het hier en nu en wellicht is het leven ook vaak te hard om veel achterom te kijken.

Ravenshorst en Jonker kijken trouwens wel vooruit! Hun dappere daad mag best onthouden worden. En voor de zekerheid laten ze een gegraveerde loden plaat maken, met de inscriptie ‘Geopend april 1885, vijf kisten. A.W. Ravenshorst en H. Jonker’. Deze wordt door hen beiden in de ingang opgehangen, waarna de kelder opnieuw wordt toegesloten.

Adolph Werner Ravenshorst (1847-1912) is sinds 1870 de hoofdmeester van de Openbare School van IJsselmuiden. In 1882 werd hij verkozen tot Kerkvoogd, maar nog datzelfde jaar werd hij benoemd tot kerkelijk ontvanger en was hij de administrateur, de notulist, de correspondent en vaak ook de woordvoerder van het college. Daarnaast werd hij tegelijkertijd benoemd tot koster.

 De jonge (35 jr.) Ravenshorst geniet bij zijn benoeming al veel aanzien en vertrouwen van de andere, veelal oudere bestuurders in IJsselmuiden. Met zijn benoeming beschikt het college over een ontwikkeld man die hen goed van dienst kan zijn in het schrijf- en rekenwerk. Iemand met wie ze voor de dag kunnen komen!  

Vergeten en opnieuw gevonden

Ook in 1912 herontdekt men de kelder. Opzichter Jochem Rietman vindt de kelder bij de werkzaamheden rond de restauratie en uitbreiding van de kerk. Rietman laat zelfs een aantal van zijn kinderen in de kelder kijken, met als gevolg dat heden ten dage er verhalen rondgaan over een eeuwenoude grafkelder met daarin de overblijfselen van monniken. Een ander gevolg is, dat het openen van een grafkelder altijd schadelijk is voor de staat van de kelder, de kisten en de stoffelijke resten die er zich bevinden.

In 1969 vindt men tijdens een restauratie de kelder opnieuw. Na het wegnemen van de dekplaat komen de nieuwsgierige werklieden de gegraveerde loden plaat tegen. Dhr. Versteeg neemt dan enkele foto’s van de ravage die men op dat moment aantreft en van de loden plaat. Veel botten die bij het uitgraven van de kerk worden gevonden, legt men nu in de kelder, waarna deze voor de zoveelste keer wordt gesloten.

Voor een nadere beschrijving van deze kelder en de hierin geplaatste overledenen van de familie Gansneb genaamd Tengnagel, verwijzen we u naar het venster over ‘het begraven in de kerk’.

Zie voor meer informatie over schoolmeester Ravenshorst het artikel ‘Adolph Werner Ravenshorst, hoofdmeester te IJsselmuiden’. Dit artikel van Bertil Brink verscheen in het Historisch Tijdschrift voor de IJsseldelta, jaargang 38, nummer 1, maart 2013. Het volledige artikel is als Pdf-bestand te lezen via onderstaande knop.