Dorpskerk

Zoek
Sluit dit zoekvak.
Vensterafbeelding Watersnoodrampen

Watersnoodrampen

Meerdere malen heeft onze provincie te maken gehad met een watersnoodramp. De strijd tegen het water is een strijd van alle eeuwen.

1100

1200

1300

1400

1500

1600

1700

1800

1900

Nu

In dit venster

Wat hebben de inwoners van de kop van Overijssel al een strijd geleverd tegen het water. Water dat oprukt vanaf zee, water dat afkomstig is uit het achterland, het houdt nooit op. Al wordt er gestreden, worden dijken aangelegd en vaargeulen verdiept, soms gaat het mis. Dan verliest men de strijd.

Inhoudelijke informatie over watervloeden in de eeuwen vóór 1750 is niets bekend. Over de overstromingen van 1775, 1776 en 1825 des te meer. Wat is de rol van een kerkgebouw in tijden van wateroverlast? Het is algemeen bekend, dat de kerk van een dorp, meestal op een van de hoogste punten gebouwd, tijdens een ramp dienst doet als ‘opvangcentrum’.

Nergens komen wij informatie hierover tegen en daarom kunnen we alleen maar gissen naar de bijzondere omstandigheden die dit met zich mee zal hebben gebracht.

'Inruyming van de kerk voor het vee'

Vanwege een vermelding (tussen de regels door) in de notulen van de kerkenraad, weten we tóch dat: ‘Den 17den November 1776 versogt de predikant de leden tegen eerstkomende sondag te willen bedagt zijn op het formeeren der nominatie van ouderlingen en diakenen uyt IJsselmuyden. Den 1sten December is uyt aanmerking, dat op sondag daar te vooren, den 24sten November, wegens den vreeslijken watersnood op den 21sten van die maand, en de daardoor veroorsaakte inruyming van de kerk voor het vee, de godsdienst geen voortgang had kunnen hebben, en dat men tans niet volledig was, de consistorie extraordinair belegd tegen den naast volgende sondag den 8sten deeser, ten eynde als dan de voorgemelde nominatien te formeeren, en daar op dan voort op maandag den 9den daaraan volgende edoch sondag eenige consequentie voor het toekomende, tot de beroeping selv over te gaan.’

Rampspoed

Allerlei rampspoed kan ons treffen. En te midden van berichten over bijna instortende muren en over een inruiming van de kerk voor het vee lezen we over ‘het verzoek van de ingezetenen van het stedeken Rijssen, welke haar huizen door den brand verlooren hebben om door de provinte een collecte te laaten doen…’ Dit levert in onze hervormde gemeente tóch ook nog wat op: ‘Gecollecteert door ons onder getekenden in IJsselmuyden voor het steedje Rijssen op den 18den mei 1786 en vervolgens overgegeeven in handen van den eerw. ds. A. Duircant de som van 22:11:2 – Getekend Willem Huijsman als diaken.’

Watersnoodramp 1825

Bij noordwesterstormen kan het water van de Zuiderzee zo hoog stijgen en tekeer gaan dat de dijken zwaar onder druk komen te staan. Dijkdoorbraken zijn dan onvermijdelijk en dat leidt soms tot overstromingen van grote omvang, zoals in 1775 en 1776. De watersnoodramp van 1825 is de ergste van allemaal. Deze vindt plaats tussen 3 en 5 februari 1825 en veroorzaakt grote schade langs de Nederlandse, Duitse en Deense Waddenkusten en met name de oostelijke kust van de Zuiderzee. Overal leidt de stormvloed tot ernstige dijkdoorbraken en overstromingen, waardoor 379 mensen in Nederland het leven verliezen.

Bij de watervloed spoelen te IJsselmuiden 32 woningen weg, terwijl 130 ernstig beschadigd worden. Vijfendertig mensen verliezen daarbij het leven, evenals 32 paarden en 745 runderen. In Grafhorst verdrinken 6 mensen, 37 runderen en 2 paarden, terwijl er 41 huizen onbewoonbaar worden.

Wateroverlast 1834, 1855, 1862 en 1863

Ook na 1825 lezen we diverse malen van wateroverlast. De kerkenraadsnotulen van januari 1834 melden ons dat op 5 januari enkele nieuwe ambtsdragers zijn bevestigd. ‘… dus niet zoo als hier ter plaatse gebruikelijk is sedert onheugelijke tijden op den 1 Januarij, wegens de plaats gehad hebbende overstrooming in den nacht van den 31 December’. In deze nacht is er sprake geweest van een zware storm, een stormvloed en een waterhoogte in de IJssel even hoog als in 1825 met veel schade als gevolg.

In 1855 is het opnieuw raak. We lezen in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 3 januari: ‘Heden nacht is ten gevolge van een aanhoudenden storm uit het N. W. alles hier ondergeloopen, zoodat onze stad geheel geïnnundeerd is. De post is ten gevolge daarvan heden morgen niet aangekomen, en de diligences hebben de dienst op Zwolle niet kunnen volbrengen. Te Brunnepe hebben de meeste inwoners met hun vee het huis moeten verlaten en zijn in de stad gevlugt. Het Kamper eiland en de Engelsche Werken staan geheel onder water en de golven slaan tegen de muren en tegen de noodbalken in de poorten der stad. Voor de Broederpoort is men reeds sedert heden nacht met een honderd werklieden bezig met een dam te leggen om het water dat reeds binnen drong, te keeren. Ook in Mastenbroek loopt het binnen en weldra zullen geheel Mastenbroek, Grafhorst en IJsselmuiden onderloopen. 12 uur v. m. Mastenbroek en IJsselmuiden zijn reeds ondergeloopen.’

In de Zutphensche Courant lezen we als aanvulling nog: ‘… het naburig IJsselmuiden staat grootendeels onder water; de grindweg van hier naar Zwolle is niet te passeren’.

Dan volgt de toestand in het jaar 1862. De Kamper Courant van 21 december bericht: ‘Door den ontzettende storm uit het noordwesten, die gedurende dezen nacht heeft geheerscht en vergezeld ging van zwaar onweder en hagelbuien, is het zeewater tot eenen buitegewone hoogte gestegen. Het Kamper Eiland staat geheel onder water,de landerijen aan de achterzijde der stad zijn een blanke zee, het water staat hoog voor de kistdammen in de Broeder‐ en Cellespoorten, aan den IJsselkant staat het tot aan de huizen. Bij Grafhorst loopt de dijk over, zoodat de post moest terugkeren. Te IJsselmuiden hangt eene mand uit de toren. De huisjes van den heer van Diggelen aan de overzijde van den IJssel zijn door het doorbreken van een kadijk onder water gezet, de bewoners moesten gedeeltelijk door de daken vluchten en zijn met schuiten gered.’

Een maand later is het al weer raak en het water komt nog hoger dan in december: ‘25 Januarij 1863 – Opnieuw is door den storm en zeevloed van de eerste dagen dezer week de geheele streek rondom Kampen aan de Zee gelijk gemaakt. De Gemeenten Kamperveen, IJsselmuiden, Grafhorst, Wilsum, Mastenbroek, benevens de aan Kampen grenzende polders zijn in die mate overstroomd, dat de huizen hier en daar tot de daken onder water staan. Onmogelijk kan de schade, die het water heeft aangerigt nog begroot worden, maar veilig kan die op tonnen gouds worden geschat.’

De krant bericht verder nog, dat bij het ter aarde bestellen van een lijk, men zich daar vooraan in de Nieuweweg in een vaartuig moest begeven, om zodoende het lijk naar de begraafplaats te vervoeren…

Noodseinen

Een eeuwenoud gebruik is het hijsen van noodseinen aan de toren. In de Kamper Krant van 21 december 1862 lezen we, dat er in verband met storm en hoog water een mand uit de IJsselmuider toren hangt:

Kampen, den 17 December

Door den ontzettende storm uit het noordwesten, die gedurende dezen nacht heeft geheerscht en vergezeld ging van zwaar onweder en hagelbuien, is het zeewater tot eenen buitegewone hoogte gestegen. Het Kamper Eiland staat geheel onder water, de landerijen aan de achterzijde der stad zijn een blanke zee, het water staat hoog voor de kistdammen in de Broeder- en Cellespoorten, aan den IJsselkant staat het tot aan de huizen. Bij Grafhorst loopt de dijk over, zoodat de post moest terugkeren. Te IJsselmuiden hangt eene mand uit de toren… enz.

Gerrit Jan Felix is volgens een krantenbericht uit 1929 meer dan 50 jaar stormseinwachter en vlaggenist geweest in dienst van de gemeente IJsselmuiden en daarvoor beklom hij honderden keren de toren van de dorpskerk.

De afsluitdijk

Tot de afsluiting van de Zuiderzee door de bouw van de Afsluitdijk in 1932 blijft het ieder jaar spannend. Het water bedekt dikwijls het hele Kampereiland en de gebieden buiten de stadswal achter Kampen. Dit gevaar is nu afgewend. Een overlopende IJssel bestaat nog steeds wel tot de mogelijkheden, al zijn we tegenwoordig heel wat beter beschermd dan vroeger.

Leestip: Overijssels Watersnood, een heruitgave van het verslag van ramp van 1825. Auteur: J. ter Pelkwijk. Als PDF te lezen via Google Books.